Historie

Koornmarkt: bier(toen),wijn, religie en kunst.

Ooit vormde de Koornmarkt de economische slagader van Delft. Driemaal per week krioelde het er van de kooplieden, graanhandelaren en brouwers. Er woonden kunstennaars en chirurgen, het oudste ziekenhuis van Nederland was er gevestigd en er bloeiden plateelbakkerijen op. Zie voor het hele artikel uit het Algemeen Dagblad de bijlage.

Bron: Alexandra Oostdijk.

 

Historie van het Noordeinde

Het Noordeinde ontstond als verlenging van de Oude Delft en is aan het eind van de 13e eeuw gegraven. Het gebied kreeg in 1347 stadsrechten. In de zestiende eeuw werden hier enkele middeleeuwse huizen verbouwd tot aanzienlijke panden, waarvan enkele de stadsbrand van 1536 hebben overleefd. Op de hoek van de Kolk lag het de voor zieke vrouwen bestemde onderdeel van het  Sint-Joris Gasthuis. Deze instelling richtte zich later op het onderbrengen van verstandelijk gehandicapten, het ‘dolhuis’. Bij het complex hoorde een grote kapel. Toen het dolhuis in 1760 verhuisde naar de Geerweg werd de kapel eigendom van de Lutherse Kerk . In 1764 kreeg de kapel zijn huidige voorgevel. Het sierlijke torentje dateert nog uit de Middeleeuwen, behalve het torenuurwerk natuurlijk.

In het Noorden lagen twee stadspoorten, de Wateringse Poort aan de West- en de Haagpoort aan de Oostkant. Deze waren eerst nog verbonden door een muur. In de zestiger jaren van de 19e eeuw zijn beide poorten afgebroken.

Nu nog te zien:

- Noordeinde 4. De hierboven beschreven Lutherse Kerk.

-Noordeinde 31. Het huis waar de remonstrantse predikant en volksdichter Peter de Genestet van 1856 tot 1859 heeft gewoond. Zijn eenvoudige, voor iedereen begrijpelijke, gedichten waren in de 19e eeuw algemeen bekend. Ook in de 20 eeuw werden zij nog regelmatig aangehaald, vaak zonder dat men wist wie de maker ervan was. Hij verliet de door hem tot bloei gebrachte gemeente omdat het verlies van zijn vrouw en twee kinderen door TBC hem verder preken onmogelijk had gemaakt. Het huis, met zijn typische dakvorm, is het beste te zien vanaf de overkant.

Let eens op:

-Noordeinde 2:  café Het Noorden. Dit café was en is het trefpunt van de mijnbouwkundige studenten. Gedurende de laatste oorlogsjaren, de Hongerwinter, hebben de toenmalige eigenaar met zijn gezinsleden, de familie Garos, de studenten mijnbouw die ondanks de sluiting van de Technische Hogeschool nog in Delft waren in leven gehouden door hen van eten te voorzien. Na de oorlog heeft de Mijnbouwkundige Vereniging het café aangekocht als verenigingscentrum. Het is thans alleen voor leden toegankelijk. In de kelder van het café bevindt zich een nagebouwde pijler van de kolenmijn in Gelsenkirchen (Dld). Net als daar loopt er soms water over de bodem.

-De diagonale balk in de gracht aan de Noordkant. Er valt, vooral op donderdag als er markt is, veel afval in het water. In de Delftse grachten wordt een lichte stroming  in stand gehouden omdat deze anders gaan stinken. Die stroming voert ook het drijvende vuil uiteindelijk naar het Noordeinde. Daar blijft het tegen de balk liggen en concentreert zich op de scherpe hoek. Vrijdag komt de boot van de gemeente en ruimt alle rommel lop.

-Noordeinde 1: een groot studentenhuis, waarvan de studenten kennelijk vorstelijk genieten, gezien de naam van het huis: Paleis Noordeinde.

 Bron: Mr H.V. van Walsum