Op 11 juli ontving wethouder Förster de prijs voor de beste studentenkamerstad 2017 uit handen van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). De achtergrond van deze prijs is dat de LSVb vindt dat gemeenten een sleutelrol spelen in het oplossen van het nijpende kamertekort in de studentensteden. Delft onderscheidt zich met name op het gebied van particuliere verhuur. Maar op dat laatste moeten we juist niet trots zijn: Delft loopt achter op vele andere steden, die wel eisen stellen aan kwaliteit en overlast beperken.
De LSVb baseert haar oordeel op punten die worden uitgedeeld aan Particuliere verhuur, Corporaties, Informatievoorziening en Overige zaken (klik hier voor het hele rapport).
Onze collegavereniging Binnenstad Noord is dieper in het juryrapport gedoken. Delft scoort volgens de LSVb uitstekend op het onderdeel ‘particuliere verhuur’: hier heeft de stad de maximale score behaald (15 uit 15). Dit ligt eraan dat er in de stad helemaal geen vergunning nodig is om met meerdere personen in één woning te wonen. Lovende woorden hierover ook verderop: “het beleid van de gemeente maakt het mogelijk dat iemand makkelijk kan beslissen om meerdere studenten in diens huis te laten wonen, om zo het woningtekort snel terug te dringen. Vooral het beleid rond particuliere verhuur is erg goed.” Dat allemaal aldus de jury (waar ook Vastgoedbelang, de brancheorganisatie van particuliere beleggers, deel van uitmaakt).
Want zo zie je maar weer eens hoe perspectieven kunnen verschillen. De meetlat van de LSVb is alleen gericht op huisvesting voor studenten. Waar de LSVb aan voorbij gaat, is dat deze omzetting in kamerbewoning veelvuldig voor overlast zorgt voor de andere bewoners van de stad. Panden die bouwkundig ongeschikt zijn door slechte geluidsisolatie worden verkamerd. Verkamerde panden hebben vaak geen inpandige fietsenberging of afvalberging. In gebieden met veel verkamerde panden kan door de eigen leefwijze en leefwereld van studenten de sociale cohesie in de straat negatief worden beïnvloed. Door de grote belangstelling van investeerders in het rendement van verkamering, zie ook recent onderzoek van het Kadaster, komt de voorraad voor starters onder druk om dat ze niet op kunnen bieden tegen deze partijen. En waar de LSVb verder aan voorbijgaat is dat ook studenten zelf klagen over huisjesmelkers die de hoofdprijs vragen voor een kamer zonder oog voor brandveiligheid of onderhoud (zoals bleek uit de bijeenkomst in het Postkantoor georganiseerd door de VSSD). Ook studenten in Delft vragen om regels rond verkamering. De gemeente kondigt in de Woonvisie een omzettingsvergunning aan. Het oordeel “Uitstekend” lijkt daarom alleen voor het perspectief van de investeerders en huisjesmelkers te gelden.
Op de andere onderdelen die zijn beschouwd, springt Delft er niet uit en bevindt zich in de middenmoot.
Conclusie: Delft krijgt de prijs omdat er nog steeds geen vergunning is ingevoerd om verkamering kwalitatief en kwantitatief te kunnen reguleren. En dat is geen prijs om trots op te zijn. Al in september 2016 werd de raad gemeld dat er gewerkt wordt aan een omzettingsvergunning. Het duurt wel erg lang voordat deze uitwerking naar de raad gaat.
(met dank aan Belangenvereniging Binnenstad Noord)